Deze tekst is op 6 mei 2019 goedgekeurd door Sara Galac, Cushing specialiste van faculteit diergeneeskunde in Utrecht. Het volgt de meest recente inzichten voor wat betreft de timing van bloedafnames, frequentie van testen etc. Deze inzichten kunnen afwijken van de instructies op de bijsluiter van de medicatie.
Algemene informatie:
Er zijn twee verschillende tests die kunnen worden ingezet om te controleren of de dosering trilostane (Vetoryl) passend, te hoog of te laag is: de ACTH stimulatie test en de PVC test.
De ACTH stimulatie test bestaat al lang. De PVC test is in 2018 door Dechra (fabrikant van Vetoryl) bekend gemaakt bij dierenartsen. Dierenartsen hebben de mogelijkheid om beide tests in te zetten. De PVC test is niet geschikt voor alle honden en situaties (hierover meer in de onderstaande uitleg).
Voor beide tests geldt: het interpreteren van de testwaarden is geen wiskundige berekening. De waarden moeten altijd worden geïnterpreteerd SAMEN met het klinisch beeld van de hond (wat laat de hond zien, hoe gaat het met hem). Het klinisch beeld is zeer belangrijk en de testwaarden dienen vooral ter ondersteuning van beslissingen over de dosering.
Het is dus belangrijk dat je het klinisch beeld en de recente historie van jouw hond uitvoerig bespreekt met jouw dierenarts, op het moment dat de test plaatsvindt. Jouw dierenarts onderzoekt jouw hond en vraagt naar hoe het gaat en ging in de achterliggende periode, wees dus goed voorbereid. Het is handig om daarvoor een dagboek bij te houden over jouw hond met Cushing.
Vaak zeggen het klinisch beeld en de testwaarden precies hetzelfde, en geven zij allebei aan dat de dosering trilostane (Vetoryl) omhoog of omlaag zou moeten, of kan worden gehandhaafd. Let op: de waarden kunnen nooit aangeven hoe hoog de dosering precies moet zijn. En verhogingen doe je nooit in stappen groter dan 25% van de dosering die je al gaf.
Het komt ook voor, dat het klinisch beeld en de testwaarden tegenstrijdigheden laten zien.
- Als het uitstekend met de hond gaat, maar de testwaarden zeggen dat de dosering omhoog zou kunnen: dan wordt er normaal gesproken niet verhoogd.
- Als het uitstekend met de hond gaat, maar de testwaarden zeggen dat de dosering omlaag zou moeten: dan wordt normaal gesproken de dosering verlaagd, of gehandhaafd maar dan verdeeld over twee of meer momenten van de dag (2 x ½ of 3 x 1/3).
- Als de hond nog steeds Cushing verschijnselen laat zien (veel drinken, plassen, vraatzucht, dikke buik etc.), terwijl de dosering volgens de test niet omhoog mag, dan wordt normaal gesproken de dosering gehandhaafd maar verdeeld over twee of meer momenten van de dag (2 x ½ of 3 x 1/3)/
ACTH stimulatietest
Waar is de test voor?
Een bloedtest die oorspronkelijk is ontwikkeld voor patiënten met de ziekte van Addison, maar hij wordt al jaren ingezet om bij Cushing patiënten te monitoren of de dagelijkse dosering trilostane (Vetoryl) goed, te hoog of te laag is. Deze test zegt daarnaast iets over de reserves van de bijnieren van de hond. Hij kan worden toegepast bij honden die een of meer keren per dag Vetoryl toegediend krijgen.
Voordelen van deze test ten opzichte van de PVC test:
- De tweede bloedafname toont aan of de bijnieren nog voldoende reserves hebben, of dat de hond langzaam of snel op een Addisoncrisis afstevent (die dodelijk kan zijn als je de dosering Vetoryl niet tijdig stop zet of naar beneden aanpast). De PVC test geeft deze informatie niet.
- Dit is de test van voorkeur bij honden die stressgevoelig zijn (bijvoorbeeld bij de dierenarts). Stress verhoogt het cortisol in het bloed, wat bij beide tests bij de eerste bloedafname een uitslag kan geven die ten onrechte suggereert dat de dosering trilostane (Vetoryl) omhoog zou moeten. De tweede bloedafname die plaats vindt bij de ACTH stimulatietest wordt echter niet vertekend door de factor stress en geeft dus betrouwbare informatie.
- Deze test is tot 2018 jaren lang de enige test geweest om de dosering te monitoren, dus er is veel ervaring in het interpreteren van de testwaarden.
Nadelen ten opzichte van de PVC test:
- Hij neemt meer tijd in beslag en is duurder omdat er twee bloedafnames nodig zijn in plaats van een en omdat er een middel (synacthen) wordt ingespoten.
- Er kan wat variatie in testresultaten optreden, mede omdat het tijdstip van bloed afnemen erg nauw luistert, vooral als je twee verschillende datums waarop is getest met elkaar wilt vergelijken.
Hoe wordt het uitgevoerd?
- ’s morgens Vetoryl met een maaltijd geven.
- Na 2 tot 3 uur de eerste bloedafname bij de dierenarts.
- Na eerste bloedafname synacthen inspuiten.
- Na 60 minuten de tweede bloedafname.
- Dierenarts centrifugeert het bloed en stuurt het plasma naar een laboratorium.
- Er komen twee waarden uit de test, uitgedrukt in nmol/l.
Hoe vaak moet je deze test uitvoeren?
- 3 weken na de start met Vetoryl. De Vetoryl heeft vaak nog niet de tijd gehad om optimaal resultaat te boeken, maar deze eerste test is vooral bedoeld om te controleren of de dosering niet te hoog is, want dit is risicovol. Er is normaal gesproken geen aanleiding om de dosering op dit moment al omhoog te brengen.
- 3 weken na iedere aanpassing van de dosering, net zo lang tot de dosering goed is.
- 3 maanden na het juist instellen van de dosering nog eens
- vervolgens voortaan iedere 6 maanden om te checken of de bijnierreserves nog voldoende zijn. Dit, omdat de bijnieren kunnen verslechteren onder invloed van trilostane (Vetoryl). Na jarenlang gebruik moet daarom bij sommige honden de dosering omlaag.
Hoe worden de waarden geïnterpreteerd?
De eerste waarde is de basale cortisol; die is idealiter onder of rond de 40. De tweede waarde hoort hoger te zijn dan de basale cortisolwaarde, ergens tussen 40 en 120. Er moet voldoende ruimte tussen de twee waarden zitten, waarbij de tweede waarde hoger moet zijn dan de eerste. Als de twee waarden heel dicht bij elkaar liggen, of als de tweede waarde zelfs lager is dan de eerste waarde, dan betekent dit dat de bijnieren te weinig reserves hebben (uitgeput raken). Dan moet er een aanpassing van de dosering naar beneden plaats vinden. Als de eerste en tweede waarden goed uiteen liggen maar beiden wel heel hoog zijn, kan de dosering Vetoryl wellicht worden verhoogd – maar dan moeten er wel nog steeds Cushing verschijnselen merkbaar zijn; als het klinisch prima gaat is er in principe geen reden om te verhogen.
PVC (Pre Vetoryl Cortisol) test
Wat is de test voor?
Het is een bloedtest die is ontwikkeld om bij Cushing patiënten te monitoren of de dagelijkse dosering trilostane (Vetoryl) goed is. Deze test is ontwikkeld in een periode waarin men moeilijk aan synacthen kon komen voor het uitvoeren van de ACTH stimulatietest. Hij wordt sinds 2018 ingezet door dierenartsen. Deze test kan worden toegepast bij honden die een of meer keren per dag Vetoryl toegediend krijgen. Hij is niet geschikt voor honden die stressgevoelig zijn en ook niet voor honden die zich onwel voelen (door een mogelijk te hoge dosering Vetoryl).
Voordelen van deze test ten opzichte van de ACTH stimulatietest:
- Hij is eenvoudiger, sneller en goedkoper, omdat er maar een bloedafname plaats vindt en omdat er niets wordt ingespoten.
- Meestal is de uitkomst goed in overeenstemming met het klinisch beeld van de hond (hoe de hond eruit ziet en hoe hij zich gedraagt; zijn er wel of geen Cushing symptomen meer aanwezig, is de hond levendig en happy of niet).
Nadelen van deze test ten opzichte van de ACTH stimulatietest:
- Deze test is niet geschikt voor honden die in het algemeen niet “zen” zijn of honden die stress hebben bij de dierenarts. De uitslag kan hierdoor suggereren dat de dosering trilostane (Vetoryl) verhoogd moet worden, terwijl dit niet zou moeten. Onterechte verhoging kan leiden tot het verdwijnen van de bijnierreserves en dus tot een Addisoncrisis die op termijn fataal kan zijn als de gegeven dosering niet wordt verlaagd of stop gezet.
- Het heeft alleen zin om deze test uit te voeren bij honden die een goed klinisch beeld laten zien, of honden die nog steeds Cushing verschijnselen vertonen. Honden die zich onwel voelen krijgen mogelijk een te hoge dosering trilostane (Vetoryl); dit kan niet worden aangetoond met deze PVC test, wel met de ACTH stimulatietest. Ook moeten dan de verdere bloedwaarden worden bekeken, vooral Natrium en Kalium.
- De test wordt pas sinds 2018 ingezet, dus er is nog niet veel ervaring mee opgedaan.
Hoe wordt het uitgevoerd?
- Bloedafname op nuchtere maag, voordat de Vetoryl wordt gegeven.
- Dierenarts centrifugeert het bloed en stuurt het plasma naar het laboratorium.
- Er komt een waarde uit de test, uitgedrukt in nmol/l.
Deze waarde is de Pre Vetoryl Cortisolwaarde.
Hoe vaak wordt de test uitgevoerd?
- 10 dagen na de start met trilostane (Vetoryl) wordt overlegd hoe het met de hond gaat. Gaat het goed, is de hond happy en levenslustig? Dan doorgaan met de gekozen startdosering.
- 3 weken na de start testen en zo nodig de dosering aanpassen.
- 3 weken na iedere aanpassing van de dosering, net zo lang tot de dosering goed is.
- 3 maanden na het juist instellen van de dosering nog eens.
- Vervolgens voortaan iedere 6 maanden om te checken of de bijnierreserves nog voldoende zijn. Dit, omdat de bijnieren kunnen verslechteren onder invloed van trilostane (Vetoryl). Na jarenlang gebruik moet daarom bij sommige honden de dosering omlaag.
Hoe worden de testwaarden geïnterpreteerd?
- Als het klinisch beeld goed is, dus hond happy en geen tekenen meer van Cushing: onder de 40 nmol/l betekent dosering verlagen; tussen 40 en 138 nmol betekent doorgaan met de gekozen dosering; boven de 138 nmol/l verhoging van dosering bespreken.
- Als het klinisch beeld nog Cushing symptomen laat zien: onder de 40 nmol/l dosering verlagen; tussen 40 en 138 nmol verdelen van dosering over meer momenten van de dag, of bij de hogere waarden in deze range toch wat verhogen van de dosering trilostane (Vetoryl).
Monique Post
7 mei 2019